10 zinnen die meiden zeggen als ze dronken zijn

  1. Nee hoor, ik ben niet dronken


    Denial is a river in Egypt, zeggen ze wel eens. Want jij? Jij bent niet dronken. En vervolgens klinkt je bestelling ‘een redbull-rode-wodka’ ineens als ‘een boel rooie wodka’.
  1. Jawel, het is een heeeeeel goed idee om hem te appen


    Je had je nog zo voorgenomen om je telefoon de hele avond in je zak te laten. Je ging immers hard to get spelen. En dan kijk je ff niet, en sta je zomaar ineens met je telefoon in je handen. En voor je het weet heb je dat oneerbare voorstel verzonden. Naar hem.
    Lekker hard to get, inderdaad.
  1. Jij bent mijn beste vriendin OOIT


    Zeg je tegen je vriendin, maar ook tegen je barkruk. De pleejuffrouw. En tegen de potige uitsmijter bij de deur.
  1. We maken een selfie. En nog een. En nog een. Want dit is de beste avond OOIT!


    God, wat ben je toch onweerstaanbaar. Met je golvende lokken. Die uitgesmeerde lippenstift op je tanden. En die veeg mascara langs je oor. Dat moet worden vastgelegd, een keer of tien. En de volgende dag vraag je je af waarom dat ook alweer op Facebook moest. En op Instagram. En je LinkedIn.
  1. Die vooruitstekende tanden en die bierbuik zijn niet lelijk, maar sexy!


    Het is wetenschappelijk bewezen; mensen worden sexier naarmate er minder bloed in je alcohol zit. Tricky, so tricky.
  1. Ik kan zoooooo goed dansen. Op dat podium.


    Erop klauteren terwijl de zwaartekracht je tegenwerkt, dat alleen is al een medaille waard. Zwaaiend op je benen richt je jezelf op en dans je. Nee, je hebt geen epileptische aanval. Je danst, for fuck’s sake.
  1. Nog ééntje dan.


    Nog eentje dan. De aller, aller, allerlaatste tien. En dan stop ik. Echt.
  1. Ik heb best een beetje trek


    De vraag is niet meer ‘ga ik wat eten’, maar meer, ‘wordt het patat, pizza of shoarma.’ En in welke volgorde. En met de knoflooksaus nog op je kin bevrijd je snel een frikandel uit z’n krappe hokje in de FEBO-muur.
  1. En dan ga ik nu even kotsen.


    De meer doorgewinterde alcoholica’s weten waar hun hoogtepunt ligt en dat ze er goed aan doen af te taaien voordat dat punt bereikt is.
    Dat was een kwartier geleden, denk je, terwijl je kotsend in de struiken ligt.
  1. Ik kan nog wél fietsen.


    Flikker op, gast. Je hoeft me niet naar huis te brengen.
    Ik stap gewoon op mijn fiets en dan, jezus christus, waar is mijn fietssleutel? Ah. Hier.
    Kan je me even helpen? Ik ben gevallen. Ja wat sta je daar nou. Lul.