Songfestivalbestuurder over diskwalificatie: 'De beslissing was de juiste'

Het internationale bestuur van het Eurovisie Songfestival steunt de beslissing om Joost Klein te diskwalificeren. Dat zegt Bakel Walden, voorzitter van de zogenoemde Reference Group, tegen Songfestival website Eurovoix.

De Eurovision Broadcasting Union (EBU) diskwalificeerde Joost na een incident achter de schermen. Joost zou een cameravrouw hebben bedreigd. Volgens zijn advocaat heeft hij de camera weggeduwd, maar zich niet schuldig gemaakt aan bedreiging. Zweedse media maakten echter eerder bekend dat de camera van mevrouw aardig aan diggelen lag nadat Joost klaar was met haar. 

Joost stond onlangs weer voor het eerst na zijn diskwalificatie op het podium in Enschede. Er kwamen meteen wilde complottheorieën op gang over zijn outfit. De zanger droeg namelijk een t-shirt met daarop een aantal finalisten van de talentenjacht American Idol, de Amerikaanse versie van Idols. Volgens fans zou dit betekenen dat hij volgend jaar weer mee zal doen aan het Songfestival.

Het is afwachten wat er met de diskwalificatie gebeurt, maar op woensdag kwam wel nieuws naar buiten vanuit Zweden. De referentiegroep die dit heeft gezegd bestaat uit enkele delegatiehoofden, uitvoerend producenten van eerdere edities en songfestivalbaas Martin Österdahl. Het is hun taak om het evenement zonder problemen over te dragen aan de volgende organisator.

Het was geen rel waar ze bij de EBU op zaten te wachten, met de gevoelige deelname van Israël aan het festival. Daardoor kwam de boel voor en achter de schermen behoorlijk op scherp te staan. "U kunt me geloven dat we graag een nieuwe crisis hadden vermeden”, zegt Walden. "We hebben het intensief besproken. De beslissing was de juiste: er was onacceptabel gedrag tegenover iemand van de productie. Als er meer dan duizend mensen veilig samen willen werken, dan moeten er niet alleen duidelijke gedragsregels zijn, maar moeten die ook vooral consequent worden toegepast. En dat is wat de verantwoordelijke leden van de EBU hebben gedaan.”